Van de week vroeg iemand mij of ik me óók al met politiek bezighield.
Ik had namelijk haar een schets geappt om te kijken of ik de “koppen” goed had getekend.
Een paar jaar terug tijdens mijn expositie van “Pandemie” – tekeningen uit de Coronatijd- had een bezoeker van die expo die vraag ook aan me gesteld: “of ik een politiek cartoonist was”.
Nee, ik ben niet echt politiek geëngageerd, maar af en toe dan “moet” ik toch even wat op papier zetten.
Deze tekening dus nu en daar zit een klein verhaaltje achter:
Zo’n twee jaar geleden kocht ik het boek met de titel: “Omringd door idioten”.
Hierin krijgen mensen een bepaalde kleur, meestal niet een, maar meerdere. Die kleuren zijn: rood, geel, groen en blauw. Ieder mens heeft er meerdere, een enkeling heeft maar één kleur.
Tijdens het lezen werd mij wel duidelijk welke kleur(en) bij wie hoorde(n), binnen mijn kennissenkring dan, he. En welke kleuren ik dan heb, dat ook.
Ik kan het boek aanbevelen, het leest vlot weg en was – voor mij- verhelderend.
Op deze manier kan ik de ander beter inschatten. (Ik ben hardleers, ik heb wel erg veel groen. (“mensenmens”))
Maar die titel kan natuurlijk ook anders gebruikt worden en daarom, na die verkiezingen in de VS, en de talloze decreten die al, door “Meneer de President” ondertekend zijn, moest ik dit op papier zetten.
Het zijn maar vier koppen, hopelijk herkenbaar en hoef ik die niet te benoemen.
Er zijn natuurlijk wel meer van dit soort figuren die op de wereld rondlopen. Ik houd het voorlopig bij deze vier.
De wereld staat op zijn kop, dat had ik misschien in mijn tekening ook nog wel tot uitdrukking kunnen brengen. (Ik heb ook wel wat blauw, maar hieruit blijkt dat ik dat niet extreem ben. Goed is goed en hoeft niet altijd perfect te zijn. (Blauw = perfectionist))
Maar de gedachte of de vraag is, zijn we inderdaad omringd door idioten of moet ik mijn visie bijstellen.
Zojuist bedacht ik nog een andere tekening en daaraan zou ik dan de titel geven: ”Ik zou je in een doosje willen doen en dan bewaren, héééél lang bewaren totdat ze d… zijn”.
Ik zie het al voor me. Misschien maak ik die tekening nog wel.
