Het is niet anders dan in alle andere verkiezingsperiodes die ik heb meegemaakt.
Men buitelt over elkaar heen. In eerste instantie liet het zich nog rustig aanzien.
Ik was er bijna van overtuigd dat, in de aanloop naar nieuwe verkiezingen, het inzicht zou komen dat “alles anders” moest. Vooral, hoe noemde men dat toch ook al weer, of hoe moet ik het omschrijven: de sfeer, het tonen van respect naar elkaar, eerlijkheid, openheid, noem het maar op. Het besturen moest anders.
Bij de eerste gesprekken op tv, want het was geen debat, keek men inderdaad naar welke overeenkomsten hebben we als partijen met elkaar.
Maar algauw bleek dat men van die lijn afstapte. Het was te gezapig, er zat niet genoeg “vuur” in, voor de kijker misschien niet interessant. In eerste instantie ging het dus om de inhoud en die nam men ook wel graag van elkaar over. Of het nu om klimaat, bestaansrecht en bestaanszekerheid, migratiequotum of wat dan ook gaat.
Maar nu, zo’n anderhalve week voor de verkiezingsdatum, oh jee, daar gaan we weer. Wij, de kiezers, zien de peilingen en ik word dan enthousiast. De politici zien die ook, maar raken in de stress. Het lijken ineens katten en ze maken rare sprongen, die katten. Want nu gaan zo ook “katten” naar elkaar. Potverdorie, en dat moet dan ons land besturen. Onvolwassen gedrag.
De ene kat wil een wit voetje halen, de ander lapt alles aan elkaar, bij een ander daar worden de ruiten ingegooid, een ziet het niet meer zitten, maar bij allen staan de haren overeind.
Katten hebben zeven of waren het negen levens en ze komen altijd op de pootjes terecht zegt men. Laten we het hopen en dat er dan toch een andere bestuurscultuur- dat was het woord dat ik zocht- komt. Op de inhoud graag en niet op de man of vrouw.

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.