We zitten alweer in de maand Maart, de derde maand van het jaar. De dagen vullen zich vanzelf met van alles en nog wat, of dat een verhuizing is van een van de kinderen, een voorbereiding voor een evenement, het blad in de tuin dat er onderhand wel uit mag, zou je toch denken. Of niet? Die regen ben ik wel beu.
Hoewel de regen me wel de gelegenheid geeft om me terug te trekken op de zolder waar ik mijn teken- en schildersmaterialen heb.
Altijd wel wat om handen dus, gelukkig. En die handen blijven me ook bezighouden in mijn tekeningen. Ik vind het telkens een uitdaging om het onderwerp waar ik nu mee bezig ben, steeds een andere compositie of vorm aan te geven. Hoe ver kan ik gaan, waar houdt mijn fantasie, creativiteit op.
De getoonde tekening was eigenlijk zomaar een krabbel. Ik kon dat wat ik in mijn hoofd had niet op papier krijgen. Wat er dan uiteindelijk op papier kwam was dus iets anders. Aan de ene kant frustreerde mij dat en aan de andere kant was het weer verwonderlijk. Toen ik het papier in de hoogte hield kwam er een andere verrassing, eigenlijk een onaangename. Want op de achterkant staan namen van enkele leerlingen die aan een workshop hebben mee gedaan.
Potver, heb ik toch iets leuks gemaakt en nu dit!
Och, ik ga maar gewoon verder en kijk wat het eindresultaat wordt. Is dat toch naar mijn zin dan lijst ik het in. Geen mens die de achterkant ziet. En als dat wel het geval mocht zijn, nou dan heeft hij of zij een uniek werk in bezit. Zo ging dat, denk ik, vroeger ook wel. Op verschillende kunstwerken van “beroemde” schilders of tekenaars staat ook vaak iets “gekalkt”. Met die namen achterop de tekening kunnen ze later, na mijn dood, als ik “beroemd” wordt – meestal wordt je beroemd na je dood en dan “hedde daor niks nie meer an”- daar over bakkeleien: “waarom die namen, wie zijn zij, zijn dat de portretten die getekend zijn, zijn dat vriendinnen of wat?”
Ik denk dat mijn fantasie op hol slaat, dus….
Tekening in wording en ik ben zelf benieuwd naar het eindresultaat.